Een 17-jarige uitzendkracht verliest een stuk van zijn rechterwijsvinger als gevolg van een arbeidsongeval.

Verrijdbare werktenten

Het slachtoffer was werkzaam op een bouwplaats, waar een voormalige chocoladefabriek werd verbouwd. Zijn werkgever was door een aannemer ingehuurd om op dit bouwwerk een aantal werktenten te plaatsen. Werktenten zijn grote tenten die geplaatst worden, zodat er bij slecht weer altijd doorgewerkt kan worden. Bij dit bouwwerk was er om een aantal verrijdbare werktenten verzocht. Dit houdt in dat de werktent eerst compleet opgebouwd wordt. Wanneer de werktent volledig opgebouwd is, worden de voetplaten, dit zijn de platen waarop de staanders van de tent rusten, één voor één met behulp van een lepel van een vorkheftruck verwijderd. Tussen de staander en de voetplaat is een ruimte van ongeveer 1 tot 2 centimeter en hier wordt de punt van de lepel van de vorkheftruck ingestoken. De voetplaat wordt vervolgens vervangen door een voetplaat voorzien van vier wielen.

Verbrijzelde vingertop

Toen het slachtoffer bezig was de voetplaat te verwijderen, schoot deze staander van het puntje van de lepel van de vorkheftruck af. Het slachtoffer is vervolgens door de staander bekneld geraakt. Als gevolg hiervan is de top van zijn rechterwijsvinger direct geamputeerd. De vingertop was zodanig verbrijzeld dat deze niet meer door de artsen hersteld kon worden. Er volgen nog een aantal operaties, waardoor hij uiteindelijk het gehele bovenste vingerkootje moet missen.

Inspectie SZW

De Inspectie SZW stelt een onderzoek in naar het ongeval en maakt een (ongevallen)boeterapport op tegen de werkgever van de jongen. Op basis van het rapport legt de boeteoplegger een boete op vanwege een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet. Het gevaar bekneld te raken tussen voorwerpen, producten of onderdelen daarvan, was niet voorkomen of zoveel mogelijk beperkt. Volgens de werkgever zijn deze werkzaamheden niet op een andere manier veilig uit te voeren. De constructie met verrijdbare voetplaten heeft hij zelf (mede) ontworpen. Daarnaast beschikte de werkgever niet over een schriftelijke Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E).

Re-integratie

De jongen wendt zich tot LetselPro om zijn letselschade te verhalen op zijn voormalige werkgever. De verzekeraar van de werkgever erkent de aansprakelijkheid, betaalt een voorschot op de uiteindelijke schadevergoeding en schakelt een arbeidsdeskundige in om het slachtoffer te begeleiden in zijn re-integratie op de arbeidsmarkt.

Vingerprothese

Nadat het slachtoffer is uitbehandeld en geen pijn meer heeft aan zijn vinger, wordt een werkprothese aangemeten, zodat de jongen niet beperkt is in zijn werkzaamheden bij zijn nieuwe werkgever. Daarnaast heeft het slachtoffer een esthetische vingerprothese voor in zijn vrije tijd. Deze protheses dienen steeds na een aantal jaar vervangen te worden en worden niet (volledig) vergoed door de ziektekostenverzekeraar.

Toekomstige schade

LetselPro rekent deze schade door naar de verre toekomst en regelt deze letselschadezaak tot volle tevredenheid van het slachtoffer voor een bedrag van € 56.794,29 waarin ook een vergoeding voor het smartengeld en het geleden verlies aan arbeidsvermogen is opgenomen.

Doe de letselschadetest!