Een 14-jarig meisje maakt tijdens een gymles op school een handstand, waarbij ze ten val komt en een wervelfractuur oploopt. Als gevolg van het ongeval heeft ze last van blijvende rugklachten.

Toedracht van het ongeval

Tijdens de gymles met haar klas werd er een handstand geoefend. Toen het meisje in de handstand stond, kon ze niet meer terug en is ze doorgevallen. Hoe ze precies terecht is gekomen, wist ze niet meer. Ze is doorgeklapt en op de mat of tussen de matten geland. Ze heeft hierbij ook iets horen kraken en had het gevoel dat haar rug dubbelvouwde. Van pijn en schrik kwam zij adem te kort. Onmiddellijk voelde zij pijn in haar rug, de docent heeft haar overeind geholpen. Ze heeft even gelegen op een bankje. Omdat ze veel last hield, is haar moeder gebeld, die met haar naar de huisarts en vervolgens naar de spoedeisende hulp is gereden. Ze bleek een fractuur van een wervel te hebben opgelopen.

Aansprakelijkheid stellen

De ouders van het slachtoffer stellen de school aansprakelijk voor de letselschade als gevolg van het ongeval. De reactie van de school was dat het meisje tegen de instructies van de docent in, de betreffende oefening zonder hulp en/of begeleiding uitvoerde. De docent zou duidelijk hebben aangegeven, dat er leerlingen als vangers bij de oefening moesten staan. Keer op keer wordt de aansprakelijkheid afgewezen. De ouders van het meisje schakelen LetselPro in. Met instructies aan studenten van het CIOS ten aanzien van deze oefening wordt aangetoond, dat vangers inderdaad worden voorgeschreven. Vervolgens worden er getuigenverklaringen van klasgenoten overlegd, waaruit blijkt dat bij de opstelling waar het meisje aan het oefenen was geen vangers aanwezig waren. Diverse leerlingen hadden de oefening al enkele malen zonder vangers uitgevoerd. Volgens de getuigen had de gymleraar niet gezegd, dat er vangers aanwezig moesten zijn. Deze vangers waren er niet en de docent heeft niet gesignaleerd dat de vangers er niet stonden. De leerlingen verklaarden de vanginstructie nooit ontvangen te hebben van de docent. De verzekeraar van de school kan daarna niet meer om het erkennen van de aansprakelijkheid heen.

Opleiding en werksituatie

Ten tijde van het ongeval zat betrokkene in het tweede leerjaar van de middelbare school, richting VMBO-kader. Ondanks haar verzuim na het ongeval is zij er in geslaagd om door te stromen naar het derde leerjaar VMBO-T en vervolgens rondt ze met succes een MBO-opleiding tot verpleegkundige af. Het liefst zou ze als verpleegkundige gaan werken, maar tijdens haar stages merkt ze al dat dit fysiek gezien niet gaat aangezien ze bij de uitvoering van haar werkzaamheden veel last heeft van haar rug, een gevolg van het haar overkomen sportongeval. Nu ze tot haar grote verdriet niet als verpleegkundige aan de slag kan gaan, kiest ze voor een baan als praktijkondersteuner bij een huisartsenpraktijk voor minder salaris en voor minder uren.

Schadevergoeding

In de onderhandelingen over de schadevergoeding laat het slachtoffer aan de tegenpartij weten dat de houding van de school en de verzekeraar omtrent het niet erkennen van de aansprakelijkheid haar al die jaren erg zwaar is gevallen. Ze heeft voor haar gevoel jarenlang ten onrechte de schuld in haar schoenen geschoven gekregen, omdat haar werd verweten dat ze de instructies aan haar laars had gelapt. De verzekeraar toont begrip en maakt excuses.

Schaderegeling

LetselPro berekent het verschil in inkomen tussen de situatie met ongeval en de hypothetische situatie zonder ongeval en rekent dit door naar de toekomst. Daarnaast wordt de pensioenschade berekend en een bedrag aan smartengeld opgevoerd. De aansprakelijke verzekeraar keert een vergoeding van € 170.000,00 uit aan het slachtoffer.

Doe de letselschadetest!