Eind 2013 verliest een, op dat moment, 19-jarige student accountancy anderhalf kootje van zijn linkerwijsvinger bij een bedrijfsongeval in een machinefabriek, waar hij een bijbaantje had.

Toedracht bedrijfsongeval

Het slachtoffer was in de machinefabriek werkzaam via een uitzendbureau. In opdracht van zijn werkgever was de jongeman bezig met het frezen met een automatische kolomboormachine/kolomfreesmachine. Tijdens die werkzaamheden, waarbij het slachtoffer handschoenen droeg, heeft hij met zijn linkerhand naar het product gegrepen wat zat ingeklemd. Dit deed hij terwijl de freesbeitel een neerwaartse beweging maakte. Zijn linkerwijsvinger is hierbij geraakt door de freesbeitel. Zijn vinger werd gedeeltelijk geamputeerd.

Bij de werkzaamheden waren de bewegende delen van de machine niet afgeschermd. De wel aanwezige afscherming die voor de draaiende delen kon worden geplaatst, werd niet gebruikt. Tevens voldeed de bescherming niet aan de veiligheidsnormen, omdat de beveiliging niet geschakeld was en derhalve eenvoudig genegeerd kon worden. Het gevaar dat de bewegende delen van de boor/freesmachine opleverden, dient zoveel mogelijk te worden beperkt door het plaatsen van een scherm. Dit niet doen, is een overtreding van artikel 16, lid 10 van de Arbeidsomstandighedenwet juncto artikel 7.7, lid 1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, zijnde een overtreding waar een bestuurlijke boete voor kan worden opgelegd volgens artikel 9.9b, eerste lid, onder g van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Risico-inventarisatie en evaluatie

De werkgever heeft van alle werkprocessen, waaronder de bewerking waar het slachtoffer mee bezig was, een werkinstructiekaart opgesteld om deze werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren en daarop zijn ook direct de arbeidsrisico’s genoemd. De werkgever heeft het risico voor het gevaar van de draaiende delen geïnventariseerd, maar niet de juiste beveiliging verstrekt. Het slachtoffer heeft mondelinge uitleg gekregen over de werking van de machine, maar volgens zijn eigen verklaring niet over de beveiliging. De verzekeraar van de werkgever erkent dan ook de aansprakelijkheid voor het bedrijfsongeval.

Blijvend letsel

Er is sprake van het gemis van anderhalf kootje van de wijsvinger van de niet dominante linkerhand. Bij stoten en koud weer ontstaan er pijnklachten en bepaalde handelingen kunnen niet worden uitgevoerd. Verder is er sprake van cosmetische schade, waarvoor een siliconenprothese wordt aangemeten. Er zijn nagenoeg geen nadelige gevolgen voor studie of werk.

Afwikkeling

Recent werd deze letselschadezaak door LetselPro geregeld met de aansprakelijke verzekeraar van de werkgever voor een letselschade bedrag van €21.000,-, voornamelijk als vergoeding voor medische kosten die niet werden vergoed en een vergoeding voor het leed in de vorm van smartengeld.

Doe de letselschadetest!